Stokstaartje

Stokstaartjes leven in kolonies van tot wel 30 individuen. Elke kolonie kan uit wel vijf nesten bestaan en kan een territorium van wel 15 vierkante kilometer hebben. In de kolonie wordt het werk zo verdeeld dat sommigen jagers zijn, anderen voor de kuikens zorgen en weer anderen schildwachten zijn.

Dankzij de groepscohesie kunnen de stokstaartjes dieren verjagen die veel groter zijn dan zijzelf.
De staart van het stokstaartje wordt gebruikt om signalen af te geven en als evenwichtspaal. Hij heeft ook een zeer scherp reukvermogen.

Stokstaartjes kunnen ook beten van schorpioenen en slangen weerstaan en kunnen in een paar seconden zoveel zand weggraven als ze wegen.

Als de nacht valt, trekken stokstaartjes zich terug in hun ondergrondse tunnels, die ze soms delen met andere dieren, vooral eekhoorns en vosmuizen.

  • Oorsprongsgebied: In savannen en open vlaktes, struikgewas en graslanden in Angola, Botswana, Namibië en Zuid-Afrika.
  • Populatie: Niet bedreigd
  • Gewicht: 900 gram
  • Lichaamslengte: 50 centimeter van neus tot staartpunt
  • Geslachtsrijpheid: Vanaf ongeveer 1 jaar
  • Dracht: 11 weken
  • Aantal kuikens: 2-5 per worp
  • Voedsel: Voornamelijk insecten die worden opgegraven, bijvoorbeeld keverlarven, poppen en vlinders, termieten, spinnen. Soms schorpioenen, hagedissen, amfibieën en zelfs slangen.
  • Menu dierentuin: Groenten en fruit, krekels, kakkerlakken, sprinkhanen, muizen, hamsters, stukjes vlees, gekookte eieren en rauwe eidooiers.
  • Levensduur: 10 jaar
  • Latijnse naam: Suricata suricatta